Blog Image

Reis Sara & Edwin - Zuid/Midden Amerika

Dubieuze dozen

Honduras Posted on za, juni 20, 2009 01:39:41

We reizen verder naar Copán Ruinas, vlakbij de grens met Guatemala. Onderweg trekt een prachtig groen heuvellandschap aan ons voorbij. Wat een verschil met het oosten van het land. Copán Ruinas is een klein dorpje met smalle straatjes met kinderkopjes en mooie, kleine gepleisterde huisjes. Hoewel het duidelijk volledig op toerisme draait met al haar artesania winkeltjes en gezellige mediterrane barretjes, heeft het haar charme wel gehouden. Dat het laagseizoen is door het regenseizoen en er dus nauwelijks een andere backpacker te bekennen is, zal ook wel meewerken.


Al die toeristen komen hier normaal gesproken omdat vlakbij de ruines van Copán liggen. De volgende dag bezoeken we deze eerste Maya site van onze reis (want er zullen er waarschijnlijk nog een paar volgen in Guatamala en vooral Mexico). Copán is één van de belangrijkste Maya sites in Centraal Amerika en markeert de zuid-oostelijke grens van het Mayarijk. Het is een mooie, goed onderhouden site met een groot museum waar een levensgrote replica van de Rosalila tempel is te zien. Voor onze $22 entree krijgen we alleen geen enkele informatie laat staan een plattegrondje. Dus het is maar goed dat onze trouwe Footprint gids een paragraaf over de site heeft opgenomen. De site werd voor het eerst ontdekt in 1839. Op de site zien we resten van tempels, een veld waar een of ander balspel werd gespeeld, een grote trap vol hierogliefen en een heleboel stelae. Dit zijn enorme stenen kolommen waarin gezichten, figuren en dieren zijn gehouwen, zoals hierboven. Hiermee werden belangrijke gebeurtenissen of verhalen verteld want boeken waren er nog niet (foto´s).


De dag erna reizen we een stukje terug naar het oosten om vervolgens de weg naar het zuiden te nemen. Ons doel is Gracias: een mooi dorpje, midden in het prachtige berggebied dat Honduras hier rijk is. Het kan niet helemaal tippen aan de schoonheid van Copán Ruinas, maar het heeft dan ook niet al die toeristenopbrengsten te spenderen en eigenlijk is het hier wel veel authentieker. Het fort op een heuvel boven het dorpje geeft een mooi uizicht op alle heuvels in de wijde omtrek (foto´s).

Voordat we naar El Salvador reizen, stoppen we voor een overnachting in Ocotepeque. De buschauffeurs rijden in dit gebied zowaar nog lomper en ook hun hulpjes stralen behoorlijke agressiviteit uit zoals ze ons achter aan de backpack grijpen en ons zowat hun bus insleuren. We zijn inmiddels flink de bergen in geklommen en als we aankomen in Ocotepeque regent het pijpestelen. We vinden een goedkope kamer van $5 en ´s avonds gaat de lange broek aan want het is zowaar koud! Dat hebben we in weken (al lijkt het maanden…) niet meer meegemaakt! Als we van een hapje eten in het hotel terugkomen, staat de hele parkeerplaats tot voor onze deur bomvol pick-ups, waar stoere kabaalmakende mannen (met cowboyhoed) tientallen dozen (met wat?) uitladen om de hotelkamers mee te vullen. De volgende ochtend vroeg gebeurt precies het omgekeerde en is iedereen voor dag en dauw vertrokken. We zijn nog steeds nieuwschierig naar de inhoud (of kun je dat beter niet weten?). Het zal wel iets met de grens van El Salvador te maken hebben die een paar kilometer verderop ligt…

Daar begeven we ons na het ontbijt ook heen. Bij de grens is het uitgestorven in tegenstelling tot de altijd hectische en drukke grensovergangen tot nu toe. Als we op een brede, verlaten weg lopen te zwoegen met onze backpacks in een nu al verstikkend hete zon, en een dame het nóg voor elkaar krijgt Edwin voor zijn voeten te lopen en hem de pas af te snijden, laten we met een boze knauw en een geirriteerd gebaar in stijl Honduras achter ons. smiley



Cowboys

Honduras Posted on za, juni 20, 2009 00:52:30

Na een laatste nachtje te hebben doorgebracht in het kleine stadje Ocotal, nemen we de volgende ochtend vroeg een bus naar de grens. Onze binnenkomst in Honduras begint met ruzie (en ook het afscheid trouwens zoals later zal blijken). We staan eerst een beetje moeilijk te doen bij de Nicaraguaanse migratie omdat we geen stempel krijgen. Buiten een grote teleurstelling (want we verzamelen zo langzamerhand al een boekwerk aan mooie gekleurde plaatjes in ons paspoort die onze reis vertellen) hebben we vooral geen zin in gedoe aan de volgende grensovergang als blijkt dat we een verplichte stempel missen. Maar wat is het geval: er bestaat een soort mini-EU-verband tussen Nicaragua, Honduras, El Salvador en Guatemala waardoor mensen vrij kunnen reizen. Helaas voor de verzameling stempels!

We betalen netjes onze fee om Nicaragua te mogen (?) verlaten. Pal naast deze douanebeambte zit een nette dame van de Hondurese migratie. Als zij vervolgens een nog hogere fee vraagt, nu om Honduras binnen te komen, raken we al lichtelijk geirriteerd. We vragen naar een bordje met tarieven, met de ervaring vaak genoeg als buitenlander afgezet te zijn. Dat is er niet. En nee, ze heeft ook geen wisselgeld voor ons 20 dollar biljet. Wanneer we haar erop wijzen dat we het exacte wisselgeld net aan haar buurman hebben betaald, blijft ze koppig nee schudden. We moeten het maar zelf wisselen bij één van de louche types die als vliegen rond een stronthoop de hele tijd om ons heenhangen. We verzetten ons hevig en de discussie loopt hoog op. Totdat de dame het blijkbaar zat is en met onze paspoorten in de hand dreigt ons niet toe te laten tot Honduras. Op zo´n moment heb je maar één blik van elkaar nodig. Dus zetten we schijnheilig onze meest hartveroverende glimlach op, verontschuldigen ons tienmaal en bedanken haar grondig als we onze paspoorten terugkrijgen. Om haar vervolgens tegenover elkaar uit te foeteren zodra we veilig en wel voorbij de slagbomen zijn.

Eenmaal in Honduras pakken we een directe bus naar Tegucigalpa. Onderweg stappen geregeld mannen in met witte cowboyhoeden, de ene hoed nog mooier dan de andere. Tegucigalpa is de hoofdstad van Honduras en ziet er vanachter het busraampje uit als een drukke, arme en lelijke stad. Wegwezen dus! We vinden een bus die ons in 5 uur naar San Pedro Sula kan brengen, de tweede stad van het land gelegen in het noorden. Ook niet onze eerste keus als bestemming maar we willen ergens voor het donker arriveren en de nacht doorbrengen, voor we naar het westen van het land doorreizen. Onderweg zien we niet het mooiste gedeelte van Honduras: armzalige dorpjes met huisjes die uit de rotsen zijn gehakt of gammel tegen de resten van oude vervallen gebouwen aanleunen. Kinderen in lompen en op blote voeten rennen rond op de dorre, stoffige grond die dit gebied lijkt te markeren. Niet alleen dragen de mannen cowboyhoeden, ze gedragen zich ook als cowboys op de weg. Onze buschauffeur scheurt zijn oude stadsbus zonder blikken of blozen alles wat voor zijn voeten komt voorbij, ook bij blinde bochten of tegen berghellingen omhoog. We passeren meer dan één keer de brokken van een ongeluk, maar verbazen ons er niet echt over met deze rijstijl!


San Pedro Sula blijkt inderdaad niet echt om over naar huis te schrijven. Als moderne grote stad met goede verbindingen naar alle kanten van het land, trekt het veel industrie naar zich toe. Maar ook veel arme Hondureñas op zoek naar een beter leven. En als onze taxi naar het hotel dwars door het marktgebied scheurt, zien we een hoop dronkenlui en raar gespuis rondlopen. Voor ons hotel treffen we een mannetje met een enorme gun aan. We checken in en besluiten maar meteen een hapje te gaan eten nu het nog redelijk licht is. Als voor de plaatselijke goedkope Chinees eenzelfde vent met dikke gun staat, weten we genoeg: dit is geen stad om rustig ´s avonds rond te gaan banjeren! Terug in ons hotel is een dame één van de kamers aan het schoonmaken (het is zeven uur ´s avonds!). Gevalletje van kamers voor het uur?? ´s Nachts klemmen we voor de zekerheid maar een stoel onder het gammele slot. Maar eerlijk is eerlijk: we slapen als roosjes!