Na een laatste nachtje te hebben doorgebracht in het kleine stadje Ocotal, nemen we de volgende ochtend vroeg een bus naar de grens. Onze binnenkomst in Honduras begint met ruzie (en ook het afscheid trouwens zoals later zal blijken). We staan eerst een beetje moeilijk te doen bij de Nicaraguaanse migratie omdat we geen stempel krijgen. Buiten een grote teleurstelling (want we verzamelen zo langzamerhand al een boekwerk aan mooie gekleurde plaatjes in ons paspoort die onze reis vertellen) hebben we vooral geen zin in gedoe aan de volgende grensovergang als blijkt dat we een verplichte stempel missen. Maar wat is het geval: er bestaat een soort mini-EU-verband tussen Nicaragua, Honduras, El Salvador en Guatemala waardoor mensen vrij kunnen reizen. Helaas voor de verzameling stempels!

We betalen netjes onze fee om Nicaragua te mogen (?) verlaten. Pal naast deze douanebeambte zit een nette dame van de Hondurese migratie. Als zij vervolgens een nog hogere fee vraagt, nu om Honduras binnen te komen, raken we al lichtelijk geirriteerd. We vragen naar een bordje met tarieven, met de ervaring vaak genoeg als buitenlander afgezet te zijn. Dat is er niet. En nee, ze heeft ook geen wisselgeld voor ons 20 dollar biljet. Wanneer we haar erop wijzen dat we het exacte wisselgeld net aan haar buurman hebben betaald, blijft ze koppig nee schudden. We moeten het maar zelf wisselen bij één van de louche types die als vliegen rond een stronthoop de hele tijd om ons heenhangen. We verzetten ons hevig en de discussie loopt hoog op. Totdat de dame het blijkbaar zat is en met onze paspoorten in de hand dreigt ons niet toe te laten tot Honduras. Op zo´n moment heb je maar één blik van elkaar nodig. Dus zetten we schijnheilig onze meest hartveroverende glimlach op, verontschuldigen ons tienmaal en bedanken haar grondig als we onze paspoorten terugkrijgen. Om haar vervolgens tegenover elkaar uit te foeteren zodra we veilig en wel voorbij de slagbomen zijn.

Eenmaal in Honduras pakken we een directe bus naar Tegucigalpa. Onderweg stappen geregeld mannen in met witte cowboyhoeden, de ene hoed nog mooier dan de andere. Tegucigalpa is de hoofdstad van Honduras en ziet er vanachter het busraampje uit als een drukke, arme en lelijke stad. Wegwezen dus! We vinden een bus die ons in 5 uur naar San Pedro Sula kan brengen, de tweede stad van het land gelegen in het noorden. Ook niet onze eerste keus als bestemming maar we willen ergens voor het donker arriveren en de nacht doorbrengen, voor we naar het westen van het land doorreizen. Onderweg zien we niet het mooiste gedeelte van Honduras: armzalige dorpjes met huisjes die uit de rotsen zijn gehakt of gammel tegen de resten van oude vervallen gebouwen aanleunen. Kinderen in lompen en op blote voeten rennen rond op de dorre, stoffige grond die dit gebied lijkt te markeren. Niet alleen dragen de mannen cowboyhoeden, ze gedragen zich ook als cowboys op de weg. Onze buschauffeur scheurt zijn oude stadsbus zonder blikken of blozen alles wat voor zijn voeten komt voorbij, ook bij blinde bochten of tegen berghellingen omhoog. We passeren meer dan één keer de brokken van een ongeluk, maar verbazen ons er niet echt over met deze rijstijl!


San Pedro Sula blijkt inderdaad niet echt om over naar huis te schrijven. Als moderne grote stad met goede verbindingen naar alle kanten van het land, trekt het veel industrie naar zich toe. Maar ook veel arme Hondureñas op zoek naar een beter leven. En als onze taxi naar het hotel dwars door het marktgebied scheurt, zien we een hoop dronkenlui en raar gespuis rondlopen. Voor ons hotel treffen we een mannetje met een enorme gun aan. We checken in en besluiten maar meteen een hapje te gaan eten nu het nog redelijk licht is. Als voor de plaatselijke goedkope Chinees eenzelfde vent met dikke gun staat, weten we genoeg: dit is geen stad om rustig ´s avonds rond te gaan banjeren! Terug in ons hotel is een dame één van de kamers aan het schoonmaken (het is zeven uur ´s avonds!). Gevalletje van kamers voor het uur?? ´s Nachts klemmen we voor de zekerheid maar een stoel onder het gammele slot. Maar eerlijk is eerlijk: we slapen als roosjes!