Na een lange busreis komen we aan in Santa Marta, helemaal in het noorden van Colombia aan de Pacific. We besluiten om niet in het grote, drukke Santa Marta te blijven, maar nog even verder te gaan naar Taganga: een klein, relaxed, easy going vissersdorpje in een mooie baai. We vinden een superleuk hostel, La Casa de Felipe, dat wordt gerund door een Fransman. Deze Bourgondiër heeft er echt wat van gemaakt, want wat een tophostel is dit! Wij ranken het al snel op de eerste plek van alle hostels die we heben gezien tot nu toe. Het hostel kan flink wat mensen herbergen, maar is zo ruim opgezet dat je weinig last van elkaar hebt. Overal zijn zitjes en onder de palmbomen zijn… hangmatjes met uitzicht op zee! Een paradijs! Ook is er een grote TV kamer (uiteraard met een fancy flatscreen want die zie je hier overal) en een grote keuken. Mocht je geen zin hebben om te koken, dan kun je terecht in een “restaurantje” dat wordt gerund door een Nederlander. Hij heeft heerlijke gerechten op de kaart staan. Een dag maakt hij voor ons de oerhollandse Saté met pindasaus. Heerlijk!

Het leven is goed en relaxed in Taganga: heerlijk weer en witte stranden met palmbomen. Nu is het nog een echt vissersdorpje met een paar kleinschalige toeristische voorzieningen (zo is er bijvoorbeeld geen bank of geldautomaat). Van onze Nederlandse kok horen we dat er grote plannen zijn om Taganga toeristisch te gaan ontwikkelen inclusief boulevard. Goed dat wij nog het oude Taganga hebben ervaren. Behalve dan op zondag, want dan wordt het dorpje overspoelt door Colombianen die hier hun favoriete zondagbesteding houden: naar te harde muziek luisteren (praten is hierdoor niet meer mogelijk) en veeel bier drinken. Als we die zondag naar een nabijgelegen (rustiger) strandje lopen, horen we in de heuvels de kakefonie uit Taganga komen. Dit nummer is wel de topfavoriet!

De volgende dag bezoeken we het nabijgelegen Parque Nacional Tayrona. We hebben onze rugzak gestald in Taganga, dus we lopen lekker licht door het park. We overnachten op camping El Paraiso: de perfecte naam voor deze prachtige plek. In onze gehuurde tent horen we de zee en bij het openritsen van de tent ´s morgens kijken we uit op palmbomen, een wit strand en helderblauwe zee.

De tweede dag in Tayrona maken we een prachtige tocht naar het dorpje Pueblito. Best een zware tocht in dit tropische klimaat, maar gelukkig kunnen we daarna de zee in springen voor verkoeling! Onderweg zien we palmbomen met kokosnoten en als we voorbij lopen valt er net een verse van de boom. Het kraken van de kokosnoot blijkt alleen een hele klus te zijn. Gelukkig krijgen we hulp van een localo die het klusje met een groot kapmes in no-time klaart. ¡Que Bueno! Kijk hier maar eens!