Venezuela, het is een apart land. Nogal anti-Amerikaans, maar ondertussen hebben we nog in geen één land zoveel dikke Amerikaanse sleeën zien rijden en Mc Donalds vestigingen gezien. Ook wil iedereen dollars hebben omdat de nationale munt Bolívar hartstikke instabiel is. In januari is een nieuwe munt geïntroduceerd, de Bolívar Fuerte, waarbij er simpelweg drie nullen van de koers zijn gehaald als middel tegen de inflatie. Maar dat is natuurlijk geen echte oplossing. De prijzen stijgen hier nog steeds in moordend tempo. Door alle vraag naar dollars is er een hele zwarte markt ontstaan waar je wel 5 Bolívar voor je dollar kunt krijgen, wat ruim twee keer zoveel is dan de officiele koers! Maar de kans dat je valse biljetten krijgt is groot en er wordt flink gecontroleerd door handlangers van de politie. Word je gepakt dan ben je behoorlijk het haasje want je geld wordt afgepakt en er staan flinke gevangenisstraffen op. Zodoende besluiten we geen extra dollaras in Colombia te pinnen om hier te wisselen maar dat maakt ons verblijf hier dus wel superduur!
We vliegen vanuit Colombia naar de Venezuelaanse hoofdstad. Caracas is een rib uit ons lijf. Criminaliteit is hier de afgelopen tijd explosief gestegen en inmiddels heeft de stad in de reiswereld het imago ´most dangerous city in the world´. Doordeweek wordt de stad overladen door zakenlui. Zij betalen graag extra voor een veilig hotel en een betrouwbare taxi waardoor Caracas voor de gewone reiziger echt niet te betalen is! De wijken in en om het centrum blijken superonveilig te zijn: gewapende overvallen, stijgend aantal moorden.. niet echt iets om warm van te lopen dus met veel moeite boeken we een hotelletje buiten Caracas aan de kust. Binnen 16 uur zijn we 200 euro lichter. Maar ja, wel zonder kleerscheuren Caracas uit, en das ook wel wat waard!
Chavez heeft het land hier stevig in de greep. Zijn partij is onder het normale volk erg populair. Overal zijn gouverneurs en burgemeesters van deze partij gekozen dus uiteindelijk bepaalt hij wat er overal gebeurt. En werkt een gouverneur niet mee dan hanteert hij echte spierballentaal, zoals we een paar dagen terug in de krant lazen: ¨Ik koop de haven. En als de gouverneur niet mee werkt dan neem ik toch gewoon mijn leger mee? Heeft de gouverneur een leger? Nee, inderdaad. Dus ik win toch!¨Absurt natuurlijk. Maar met dit soort acties schijnt de krant hier iedere dag vol te staan. Langs de kant van de weg wemelt het van de billboards en aanplakbiljetten met een overwinnende Chavez afgebeeld. Revolutie hier, revolutie daar. De spreuk ´Patria, Socialismo o Muerte´ lijkt genoeg te zeggen over de sfeer. De slogan die we na een paar dagen wel erg vaak aangeplakt zien is duidelijk voor het simpele volk:
Maar daar lijkt het grootste deel van de bevolking uit te bestaan. We hebben zelden zo´n ordinair volkje gezien, wat houdt van heel veel bier en whiskey drinken, dronken over straat te lallen, de radio echt knálhard te zetten in taxibusjes (iedereen moet hier wel stokdoof zijn..) en de kledingmode is hier vooral veel te strak en veel te kort. De Colombianen zijn er niets bij!
Chavez wil van iedere Amerikaanse invloed of econmische inmenging af en is het land aan het hervormen naar een ´socialisme van de 21ste eeuw´. Naar Cubaans voorbeeld, en (zoals men hier beweert) in lijn met Símón Bolívar, die in de 19de eeuw streed om Venezuela te bevrijden van de Spanjaarden en die in dit land extreem vereerd wordt. In Cumaná spreken we met een echtpaar dat het hotel runt waar we overnachten: hij komt uit Spanje, zij uit Venezuela en ze behoren duidelijk tot de betere klasse. Zij vertellen ons dat het land met vreselijk veel problemen kampt en op weg is een echte schurkenstaat te worden. Niet alleen in Caracas maar ook in het binnenland holt de veiligheid achteruit met flink toenemende criminaliteit en corrupte politie. Ze raden ons aan na een uur of acht ´s avonds binnen in het hotel te blijven. Die tip hebben we net iets te vaak gehad om zomaar naast ons neer te leggen…
Wat het tot nu toe wel een beetje goedmaakt zijn de mensen zelf. Hoewel we van te voren vaak hoorden dat Venezuelanen erg onvriendelijk en zelfs lomp zouden zijn, hebben wij over het algemeen positieve ervaringen. Oke, in echt toeristische plekken zoals Santa Fe, een klein vissersdorpje aan de noordelijke kust, hebben we vaak het gevoel enorm genaaid te worden (bestaat hier soms een soort gringo-tax op alles?!). Maar de gewone mens: de buspassagiers, de taxichauffeur, hosteleigenaren en mensen op straat zijn vaak erg aardig en behulpzaam.
Maar ja, das toch niet genoeg om hier veel langer te blijven. Na een dikke week reizen we morgen verder naar Guyana. Venezuela, het blijft een raar land maar desondanks wel fascinerend! (Foto´s)